We weten al langer dat sporten na de diagnose kanker zonder risico gedaan kan worden en dat inactiviteit zo veel mogelijk vermeden moet worden. Als mensen minder actief worden, neemt de hoeveelheid spiermassa af en gaat de conditie achteruit. Onderzoeken latenzien dat bewegen zowel vóór, tijdens als na de behandeling van kankerbelangrijk is.
Een goede lichamelijke en mentale conditie dragen eraan bij dat je de behandeling beter aan kunt, dat er minder complicaties optreden en dat je zo goed mogelijk herstelt.
In de praktijkzien we regelmatig patiënten die hun algehele belastbaarheid willen vergroten vóór, tijdens en /of na de diagnose en behandeling van kanker.
Bij een intake inventariseren we de gezondheidsproblemen en brengen we de algehele belastbaarheid in kaart. We kijken hierbij onder andere naar spierkracht en conditie, maar ook specifiek gericht op wat de patiënt wil bereiken.
Vooraf wordt vaak gedacht dat men al voldoende beweegt. Echter regelmatig blijkt dat de daadwerkelijke hoeveelheid beweging toch lager is dan verwacht. In 2023 voldeed slechts 45% van de Nederlanders van 4 jaar en ouder aan de Nederlandse norm gezond bewegen.
In de beweegrichtlijn van het Wereld Kanker Onderzoek Fonds wordt geadviseerd om na de diagnose kanker drie keer per week 30 minuten duurtraining te doen en twee keer per week 30 minuten krachttraining. De duurtraining is gericht op het verbeteren van je conditie. De krachttraining is bedoeld om spieren op te bouwen.
Zowel duur- als krachttraining helpen om vermoeidheidsklachten te verminderen, het lichamelijk functioneren te verbeteren en de kwaliteit van leven te verhogen. Angsten depressie worden bijvoorbeeld vermindert door duurtraining. Voor patiënten met lymfoedeem (vochtophoping) is het veilig om te trainen. Het oedeem neemt niet toe door bewegen. Echter kan overbelasting in bewegen wel voor een toename van oedeem zorgen. Begeleiding is hierin dus gewenst.
Vermoeidheid bij kanker is een veel voorkomende klacht. Het kan zich uiten in een gebrek aan energie, zowel fysiek en/of mentaal. Deze vermoeidheid is niet altijd afhankelijk van lichamelijke inspanning. Het kan je zomaar ‘overvallen'. Alledaagse activiteiten zoals stofzuigen, koken, de was doen enzovoorts kosten meer energie en zijn soms moeilijker uitte voeren. Je hebt hierdoor langer of vaker rust nodig dan normaal.
Ook kunnen er problemen ontstaan met dingen onthouden, concentratie of prikkel verwerking. Dit komt doordat bij vermoeidheid de hersenen minder goed werken.
Vermoeidheid bij kanker is heel normaal. De ziekte zelf, maar ook de behandelingen vragen veel van het lichaam.
Factoren die een invloed kunnen hebben zijn slecht slapen, minder bewegen of een verminderde eetlust.
De belangrijkste tips om vermoeidheid tegen te gaan:
· Bouw conditie en kracht op. Dit zal je helpenlichamelijk fitter te voelen.
· Stel grenzen. Wanneer je van jezelf weet dat je al activiteiten gepland hebt op een dag, zeg dan niet nog eens ja op iets andersom je grens te bewaken.
· Zoek balans en afwisseling. Je lichaam heeft rust nodig om te herstellen. Een goede balans in activiteit en rust is belangrijk om vermoeidheid tegen te gaan.
Begeleiding van een ergotherapeut kan goed helpen om vermoeidheid in kaart te brengen, omgrenzen te leren stellen in het plannen van activiteiten en een juiste balans te vinden tussen in- en ontspanning.
Het is al belangrijk om vóór de medische behandelingen te werken aan conditie en kracht. Voorafgaand trainen is minder zwaar dan tijdens de medische behandeling.
Bewegen helpt conditie te verbeteren en kan een positief effect hebben op vermoeidheidsklachten.
De diagnose kanker heeft veel impact op je leven en hierdoor kan het lastig zijn om te bewegen. Het is goed om te weten dat bewegen je helpt om je beter te voelen. Kanker veroorzaakt niet alleen problemen op de plek zelf, maar in het gehele lichaam. Hierdoor ben je misschien geneigd minder te bewegen, terwijl dit juist welbelangrijk is.
Bewegen en sporten helpt voor toename spierkracht, zorgt ervoor dat je medische behandelingen beter aankunt, de kans op complicaties vermindert en herstel van behandelingen verloopt beter. Advies is dus om te blijven bewegen. Hoe beter we de medische behandelingen in gaan, hoe beter we er vaak ook weer uit komen.
Tijdens de behandeling is het belangrijk om, indien mogelijk, te blijven bewegen. Dit zorgt ervoor dat je minder spierkracht en conditie verliest en je de behandeling vaak beter aan kunt. Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat het veilig is om te sporten als je kanker hebt, ook tijdens de medische behandelingen.
Ook als je veel last hebt van vermoeidheid is het belangrijk om bewegen langzaam op te bouwen. Probeer binnen jouw mogelijkheden actief te blijven. Zoek daarbij naar een goede balans tussen inspanning en ontspanning. Rusten is namelijk net zo belangrijk als bewegen. Toch is (ernstige) vermoeidheid geen reden om niet in beweging te komen. Door op te bouwen en oefeningen voor kracht- en duurtraining te doen kun je de vermoeidheid juist verminderen. Let bij klachten op dat je niet over je eigen grenzen gaat. Voorbeelden van mogelijke klachten zijn een onregelmatige hartslag, kortademigheid, duizeligheid en misselijkheid.
Als gevolg van medische behandelingen en inactiviteit treedt er een verlies aan spierkracht en conditie op met daarbij vermoeidheidsklachten. Het trainen hiervan zorgt ervoor dat je je weer sterker en fitter gaat voelen. Alledaagse activiteiten zullen daardoor beter uitgevoerd kunnen worden. Hierbij is wel voldoende rust belangrijk voorherstel. Verdeel je activiteiten over de dag en wissel inspanning met rust af.
Oncologische fysiotherapie is specifiek gericht op lichamelijke problemen/klachten ontstaan door kanker of de medische behandeling ervan. Samen met de patiënt wordt gekeken wat het gezondheidsprobleem is en hoe oncologische fysiotherapie hierbij kan ondersteunen. Samen wordt er een trainingsprogramma op maat opgesteld, aansluitend bij de wensen en behoeften van de patiënt. Door het in kaart te brengen van de algehele belastbaarheid ontstaat er een begin niveau. Regelmatig wordt er geëvalueerd en getest om de vooruitgang in kaart te brengen. Iedereen traint op zijn eigen niveau.
Waar nodig wordt samengewerkt met andere disciplines, zoals een diëtiste of ergotherapeut, om samen tot het beste resultaat te komen.
Over de auteur
Evie van de WeijerEvie is in 2023 afgestudeerd als fysiotherapeut aan de Fontys Hogeschool in Eindhoven. Na haar stageperiode bij Knooppunt is ze hier gebleven en volop bezig met zichzelf verder ontwikkelen. Haar passie ligt bij het helpen van mensen met klachten, in het bijzonder oncologische klachten.
Samen met jou kijkt ze naar een passend behandelplan en hoe je kunt voorkomen dat klachten op een later moment weer terugkeren.